Ik weet het, volgens de huidige spellingsregels is het pannenkoek, er zou een logische verklaring voor moeten zijn waarom we het zo moeten spellen, maar een pannekoek, bak je in 1 pan tegelijk en niet in meerdere pannen, dus weiger ik pertinent om pannenkoek te schrijven, maar pannekoek.
Zo, mijn frustratie is geuit, nu over tot de orde van de dag.
Het bakken van pannekoeken is een vrij simpele, maar delicate aangelegenheid. Je maakt een beslag, je giet steeds een lepel vol in een pan, als het beslag stolt draai je het om en als de onderkant mooi gebruind is haal je hem uit de pan en je begint opnieuw. Een kind kan de was doen!
Toch gaat het niet altijd van een leien dakje, meestal mislukt de eerste pannekoek. De verklaring is simpel, de pan is niet heet genoeg. Vaak beginnen mensen meteen met bakken als het beslag klaar is, gas gaat aan, pan er op, olie in de pan en hup, het beslag er in. Maar als de pan niet heet genoeg is, dus niet voorverwarmd, dan mislukt inderdaad de eerste, en soms ook de tweede pannekoek. Zorg dus, voordat je gaat bakken, dat de pan heet genoeg is. Laat hem maar even gaan op vol gas, en draai hem wat zachter als je begint met bakken. Het mooiste is om een plaatstalen pan te gebruiken.
Wat ook een oorzaak van het mislukken is is het feit dat men meestal meteen aan de slag gaat als het beslag klaar is. Doe dat niet! Begin ruim van tevoren met het maken van het beslag. Als je beslag klaar is moet het rusten, minstens een half uur, liever nog een uur, gewoon in de koeling.
En dan het laatste waar je absoluut op moet letten: als je een pannekoek wilt omdraaien wacht je totdat heel de bovenkant mat is geworden. Als je het beslag in de pan giet glimt het zo mooi, pas als de glans er helemaal af is draai je hem om. Dan is de onderkant altijd mooi goud-geel. En als je hem hebt omgedraaid is het de kunst om hem even de tijd te geven voordat je kijkt of hij al gaar is. Als je het goed doet zie je lichtjes stoom onder de pannekoek vandaan komen, dan weet je dat hij klaar is.
Dit alles is allemaal een kwestie van ervaring. Hoe vaker je ze bakt, des te makkelijker gaat het. Oh ja, giet nooit teveel beslag in je pan, zorg dat je een zo dun mogelijke laag in je pan hebt.
Zo, nu het geheim van een lekkere hollandsche pannekoek, de ingrediënten. Simpeler dan dit kan het haast niet, ik gebruik altijd 1 deel bloem, 2 delen melk (plus een scheutje extra) en 2, 3 of 4 eieren, afhankelijk van de hoeveelheid. En niet te vergeten een beetje zout en wat zonnebloemolie. En als je gewoon bloem gebruikt dan ook een lepeltje bakpoeder (niet perse noodzakelijk), dit is niet nodig als je zelfrijzend bakmeel gebruikt.
Voor 4 personen:
350 gram bloem of zelfrijzend bakmeel
750 ml melk
3 eieren
2 theelepels zout
(1 theelepel bakpoeder (als je gewone bloem gebruikt))
2 eetlepels zonnebloemolie
1. Mix het geheel goed door elkaar tot je een glad beslag hebt.
2. Zet het beslag minstens een half uur, liefst een uur in de koelkast.
3. Roer het beslag nog een keer goed door.
4. Zet een pan op het gas en laat hem knetterheet worden.
5. Draai het gas op ongeveer half.
6. Doe een klein scheutje (zonnebloem)olie in de pan.
7. Pak een grote lepel en giet een goed afgemeten hoeveelheid in je pan.
8. Zie instructies hierboven.
9. Begin opnieuw bij stap 6 en ga door tot je beslag op is.
Stapel je pannekoeken op een bord en dek ze niet af, de stoom maakt ze slapjes, dat wil je niet. Pannekoeken omdraaien doe je met een spatel of pannekoekmes, omgooien mag ook, maar daar moet je goed in oefenen. Bij voorkeur zonder publiek, als je lef hebt met publiek.